Protestantse Gemeente
Parrega/Hieslum
© Website actief 01-01-2006, vernieuwd 01-01-2015
0o
PKN-Gemeente
Historie Kerk in Parrega
Parrega,
zoals
het
dorp
nu
heet,
ligt
in
de
Zuidoostelijke
uithoek
van
Wonseradeel.
Een
blik
op
oude
kaarten
leert
al
spoedig,
dat
er
voorheen
veel
meer
water
was
dan
thans.
Verschillende
poelen
en
plassen
zijn
drooggemaakt
en
van
een
vissersdorp
werd
Parrega
een
greidedorp.
De
Parregaster
meer,
Suyrmeer,
Ypenbuyrmeer,
Horase
(of
Horse),
Jousteppermeer,
Uylekemeer,
Hieslumermeer,
het
is
alles
verleden
tijd.
Slechts
hier
en
daar
leeft
een
naam
nog
voort.
De
strijd
tegen
het
water
is
evenwel
niet
van
de
laatste
eeuwen.
Reeds
voor
het
jaar
1000
werden
terpen
opgeworpen,
waar
rondom
de
daarop
verrezen
kapelletjes
dorpen
als Parrega, Hieslum en Greonterp ontstonden.
Hieslum
wordt
reeds
in
855
genoemd,
n.l.
in
de
lijst
van
bezittingen
van
het
klooster
Werden
in
Duitsland.
Folckerus
van
Hieslum
schonk
het
klooster
toen
20
koegras.
Later
wordt
Epaurega
(is
Parrega)
genoemd
als
behorend
tot
het
dekanaat
Bolsward.
Met
de
naam
van
het
huidige
Parrega
is
in
de
loop,
der
jaren
raar
omgesprongen.
Behalve
van
Epanrega,
lezen
we
ook
van
Exangia,
Pagoen,
Panderga enz.
Werd de prachtige zadeldaktoren van Hieslum door een modegril gesloopt, het
fraaie kerkje van Greonterp afgebroken, kerk en toren van Parrega bleven wat ze
waren, ook al zijn hier wel lidtekens door de tijd achter gelaten. Schotanus vermeldt
in het midden van de 16e eeuw al „den dicker stompen tooren". De klok dateert
waarschijnlijk ook uit de 16e eeuw. Hij heeft gotische letters en vermeldt de namen
van Heer Arent, Heer Harma, Heer Jarich Tjallongs en Eelcke Douwes. De naam
van de klok was Johannes. Daar er in 1543 een pastoor Arent in Parrega werkzaam
was (het was nog voor de reformatie) zal deze, volgens Algra in „De historie gaat
door het eigen dorp", waaraan we verschillende gegevens ontlenen, het
luidinstrument wel hebben ingewijd. De klok heeft de laatste oorlog overleefd
In 1900 werd van de oude grijze toren gezegd, dat hij een stiefkind was, want de
gemeente Wonseradeel had er in geen 40 jaar iets aan gedaan. Maar de architect
verklaarde, dat er geen gevaar voor omvallen bestond. De muren waren dik en men
bouwde in de middeleeuwen solide. Volgens de monumentenlijst van de bouw van
het aan Johannes de Doper gebouwde kerkgebouw plaats hebben gehad omstreeks
1300. De toren zou iets jonger zijn. Op grond vast resten tufsteen en onmiskenbaar
Romaanse trekken achten wij dit „omstreeks" eerder voor dan na 1300.
Immers omstreeks 1250 - 1280 ging men over op baksteen en begon ook de
Gothiek zijn intrede te doen, Vooral de toren is in de loop der jaren opgelapt en niet
meer in oorspronkelijke staat. De „tempeltjes" (d.i. de uitstekels aan de
zadeldaktoren) ontbreken vrijwel of zijn althans rudimentair, terwijl deze juist bij een
aan een mannelijke heilige gewijde toren wel voorkwamen. Op oude prenten zijn ze
echter duidelijk te zien. Het zogenaamde Noormannenpoortje, dat overigens niets
met de Noormannen heeft uit te staan, maar 1 óf een nooddeur was, óf de toegang
tot de sacristie (die in dat geval verdwenen is) is in de voegen van „de aide Friezen"
in de noordmuur nog wel terug te vinden. Beter ziet men dit lage deurtje aan de
binnenkant, waar ter plaatse een nis is uitgespaard. Ook aan de ramen zal in de
loop der jaren wel iets zijn gedaan. Merkwaardig, dat ze verre van symmetrisch zijn
geplaatst.
Parrega had in het verre verleden behalve een pastoor ook een vicaris. De pastoor
verdiende 100 goudgulden (á f 1,40) per jaar, de vicaris 80 goudguidens.Door de
kerkelijke omwenteling van 1580 ging het kerkgebouw over in handen van
aanhangers van de „nije lere", al bleef juist in deze streek een groot gedeelte van
de bevolking trouw aan de Roomse kerk of keerde later hiertoe terug, toen er weer
clandestien de mis werd bediend te Hieslum, Tjerkwerd en Blauwhuis. Niet ieder
dorp kreeg een eigen predikant.
Er kwamen veel combinaties tot stand. Zo kregen Parrega, Dedgurn en Hieslum
samen één predikant. Deze situatie heeft niet lang geduurd. In 1617 werd
Greonterp bij Parrega gevoegd en kwam Dedgum bij Tjerkwerd. Wat de
predikanten betreft, die Parrega e.a. hebben gediend het volgende: De oudst
bekende naam is die van Pieter Monckes, die in 1602 te Parrega overleed. Het zou
niet de enige herder en leraar zijn, die te Parrega zijn graf zou vinden, zoals ook de
verschillende zerken getuigen, die men nu in het opengewerkte koor een ereplaats
heeft gegeven.